Joseph Seigneur is geboren in Antananarivo. Jawel, de hoofdstad van Madagaskar. Maar als je dat niet gelooft, dan maakt hij zijn gebuur Amedée - een gepensioneerde notaris - wel wat anders wijs. Zo'n avontuurlijk leven had Amedée Petit-Jean ook wel willen beleven. Liever fantaseren bij zijn buurman dan te moeten luisteren naar het gezaag van zijn echtgenote Françoise. Maar Jo krijgt een fatale hartaanval. Wat nu met de peperdure verzameling 'Ruifje' strips? We zien o.a. 'Ruifje en de gebroken komfoor'. Maar op p. 26 merken we dat de vertaling van de striptitels soms wordt vergeten. Amedée besluit op zoek te gaan naar familieleden en uit te zoeken wie de erfgenamen zijn. Hij vertrekt op avontuur. Het wordt een ontroerende en grappige roadtrip met een Spitfire Triumph mk2. Maar dan ontdekt Amedée de eerste barstjes in de verhalen van Jo. Hij blijkt geboren te zijn in Charville (12-4-1934) en was een vertegenwoordiger in stofzuigers... Joseph M'Bo wordt uiteindelijk gevonden, maar de collectie Ruifjes leveren maar vijf euro per stuk op. Wat gezelschap is veel meer waard! Auteur Eacersall laat Jacques Brel ook de dromers bezingen. De laatste woorden: "J'arrive" (in de Franse uitgave) zijn duidelijk een verwijzing naar één van zijn liedjes (1968). Mark Eacersall kennen we nog niet zo goed, maar wist toch al een prijs (Fauve Polar 2021) te pakken op het stripfestival van Angoulême met GoSt111 (samen met Henri Scala en Marion Mousse). De platen zonder woorden zijn natuurlijk ook geschreven door Eacersall. Als lezer kan je die stilte opvullen met verbeelding. Sylvain Vallée is geen onbekende voor ons: Spoorloos, Gil St. André, Er was eens, Katanga.