Recensie

Blueberry (Nederlands) INT A1 Integrale uitgave 1


Toen de integrale van Blueberry werd aangekondiogd waren er op deze site vreugekreetjes te ...euh... lezen. Het gaat hier dan ook wel om een topreeks uit de jaren 60-70 van de vorige eeuw, en nog steeds blijven er albums verschijnen van de spin off-reeks De jonge jaren van Blueberry.

Er zullen dus niet veel stripliefhebbers zijn die de albums niet in hun kast hebben staan, of op zijn minst gelezen hebben. 52 albums tel ik er, alle nevenreeksen inbegrepen.

Toen ik aan deze integrale begon dacht ik "Nu ja, het zijn de eerste verhalen, het prille begin, opstapjes naar het hoogtepunt met Chihuahua Pearl". We krijgen het begin van de oorlog tegen de indianen voorgeschoteld, met Fort Navajo, Dreiging in het westen en De Eenzame Adelaar.

Maar van in het begin is het een topreeks geweest en dat was ik vergeten. Het verhaal loopt als een trein, door topscenarist JM Charlier. Het feit dat Blueberry, in tegenstelling tot oa Buck Danny, niet echt als ideale schoonzoon kan gezien worden was vrij nieuw voor een stripheld. Het maakt hem meteen ook een stuk menselijker, en zelfs sympathieker en authentieker.

Grafisch is Giraud duidelijk schatplichtig aan zijn leermeester Jijé. Die had met Jerry Spring al een goedlopende realistische stripwestern op zijn naam staan. Samen maakten ze trouwens het album De weg naar Coronado. De manier waarop de ruwe natuur wordt in beeld gebracht is bij beide grootmeesters hetzelfee en als je op plaat 6 van De Eenzame Adelaar de jonge Dick Stanton ziet lopen kan je niet anders dan denken aan Gerrit die in de 1e verhalen van Jan Kordaat diens side kick is (oa hier). Jijé tekende ook de oorspronkelijke cover van Fort Navajo.

Girauds kunst is in die vroege verhalen zeker nog niet volmaakt, maar het is toch nu al smullen. De manier waarop hij zijn achtergronden uitwerkt is fenomenaal.

http://www.bedetheque.com/media/Planches/Blueberry05p_628.jpg

Het obligate dossier bij een goede integrale focust op hoe Charlier en Giraud elkaar hebben leren kennen, via JiJé, in de vroege jaren van het Franse tijdschrift Pilote. Interessant, goed geschreven ook. Op het einde van het dossier krijgen we te zien hoe minutieus Charlier zijn scenario's uitwerkte en instructies gaf aan de tekenaar. Dat konden we eerder al ontdekken in de integrale van Roodbaard, maar het blijft toch indrukwekkend vind ik. Hard werken ook, volgens mij.

Toch een tip voor de uitgever: laat aub een vertaler op het werk los die voldoende kennis heeft van het stripgebeuren. Valhardi en Jacques Le Gall heten in het Nederlands gewoon Jan Kordaat en Joris Japser. De Beverpatroelje geraakt dan gelukkig wel vertaald.

Dat brengt ons op de uitgave. Er is voor gekozen om de kleuren te gebruiken zoals ze in de oorspronkelijke Pilote tijdschriften werden afgedrukt. Dat heeft tot gevolg dat platen 25 en 26 van Fort Navajo plots in dit album slechts in twee kleuren zijn gedrukt. Het wordt uitgelegd aan het begin van de integrale en is dus een bewuste keuze. We kunnen die betreuren, moord en brand roepen, maar als het een bewuste keuze is moeten we die als lezer ook respecteren, eventueel zonder die bij te treden.

Om dezelfde reden heeft Majoor Bascom op dezelfde trip dan weer eens een vest in blauw, dan in bruin aan.

De uitgave oogt bijzonder fraai. Op de rug ook het begin van een tekening die, eens alle voorziene negen integrales naast elkaar staan, zeker een aandachtstrekker in elke stripbib zal zijn! Reken maar op een 20 cm plankruimte, want dit is echt onweerstaanbaar. In het jaar van de integrales een topper om vingers en duimen bij af te likken.



Dit is een officiële stripinfo.be recensie, geplaatst door een medewerker van ons team. stripinfo.be werkt samen met uitgevers om u deze recencies te brengen.