Recensie

Duplex 1 Duplex


Graphic novels. Sinds Eisner zijn Een contract met God publiceerde in 1978 heeft deze term een ruimere bekendheid gekregen. Voor alle duidelijkheid: het gaat hier niet om een grafische weergave (of verstripping) van een roman uit de (wereld)literatuur. Tardi heeft zo een aantal politieromans van Leo Mallet verstript: Nestor Burma is wel het meest bekend.

Af en toe werkt een auteur van romans ook samen met een striptekenaar om zo een volledig nieuw werk te maken. De vier stromen van Vargas en Baudoin is hiervan een mooi voorbeeld.

Dat stripverhalen een wisselwerking hebben met andere media is ook wel genoegzaam bekend. Largo Winch werd verfilmd, en ook De meesters van de gerst kende veel bijval. Tanguy en Laverdure werden zelfs al in de jaren 60 van de vorige eeuw helden op het (toen nog) kleine scherm.

Bij de bundel Duplex wordt een andere wisselwerking aangeboord. Samensteller Stefan Nieuwenhuis bracht 8 duo’s samen, elk bestaande uit een dichter en een stripmaker. Elk duo maakte dan een stripgedicht. Samen. Dus geen verstripping van een gedicht, maar een echte wisselwerking tussen beide auteurs.

Waar er een mooi evenwicht is tussen Nederlandse en Vlaamse tekenaars (van elk 4), kan dat van de dichters niet gezegd worden. De Antwerpse Maud Vanhauwaert heeft de eer als enige Vlaamse dichter te hebben mogen bijdragen, alle andere dichters zijn Nederlanders. Niet dat dat een probleem vormt, maar het kan verklaren waarom de namen niet meteen vertrouwd in de oren klinken.

De door de duo’s gekozen onderwerpen zijn zeer divers.

Serge Baeken en Anneke Claus tonen de kloof die er heerst tussen buren, waarmee we niet praten, want dat reserveren we voor onze computervrienden.

Delphine Frantzen en Maud Vanhauwaert hebben het over datgene wat we eigenlijk willen zeggen, maar er niet toe komen, en hoe dat ons leven blijft beheersen.

Sam Peeters en Dennis Gaens laten ons dan weer zien dat werkkledij maar een oppervlakkig laagje is en niets zegt over de mens die dit draagt.

Zo zijn er dus 8 gedichten die elk een ander onderwerp behandelen. Geen ver van mijn bed-gedoe, geen verwijzingen naar mythologie of vergezochte metaforen. Wel aspecten van het leven van U en ik.

Elk gedicht is anders van vorm en grafische weergave. Tekenstijl en kleurgebruik variëren. Enkel de lengte is vrij constant, tussen 3 en 5 pagina’s. Kort dus. Maar toch kan je dit album niet in 1 vlotte leesbeurt verorberen. Uiteraard begin je er op deeze manier misschien wel aan, als nieuwsgierige lezer, om te weten wat je allemaal op je bord krijgt.

Je zal het later dan eerder af en toe eens vastnemen om 1 gedicht te lezen, en te herlezen. Steeds trager, zo blijkt. Zoals dat is met poëzie (en eigenlijk met elke kunstvorm) zal niet elk gedicht iedereen in dezelfde mate aanspreken. Dat is eigen aan een bundeling van verschillende auteursduo’s.

De cover van het fraaie album is van Reinhart Croon. Heel toepasselijk beeldt hij Pegasus af, het rijdier van de dichters. Maar dan als centaur, met een menselijk bovenlijf. Deze centaur is bovendien tweekoppig, een mannelijke helft met penseel naast een vrouwelijke met schrijversveer.

Een bijzonder experiment, dat waarschijnlijk enkel zal gesmaakt worden door wie hiervoor open durft te staan. Graphic poetry is met deze bundeling in het Nederlandse taalgebied op de kaart gezet.



Dit is een officiële stripinfo.be recensie, geplaatst door een medewerker van ons team. stripinfo.be werkt samen met uitgevers om u deze recencies te brengen.