Recensie

Bing 1 Bing


bing!
Een goed onomatopee is nooit verkeerd (zoals mijn flatulente grootvader zaliger steeds zei), en dus stellen we ons vooral geen verdere vragen bij de titel van dit boekje. We verzinnen er voor het gemak maar meteen zo’n aandachtzoekend hotelreceptiebelletje bij. Belangrijker is dat het het werk toont van vijftien studenten Beeldverhaal en Illustratie aan Sint-Lukas Brussel en in die zin in het gat springt van onder andere het ter ziele gegane magazine Ink. De school schonk ons al een hele rist topauteurs, waaronder recent nog Kristof Spaey, Simon Spruyt, Conz, Judith Vanistendael, Olivier Schrauwen en Stijn Gisquiere (we vergeten er ongetwijfeld enkele, waarvoor excuses), wat maakt dat we altijd benieuwd zijn naar wat de studenten daar afleveren.
Zoals altijd in dit soort bundels is het niveau nogal wisselvallig, ook al omdat de ene tekenaar al verder gevorderd is in zijn ontwikkeling dan de andere. Definitieve uitspraken doen over hun potentieel is dan ook redelijk onzinnig, maar we lichten er toch graag enkele namen uit om in het oog te houden.

Wide Vercnocke won onlangs de publieksprijs van de Focus Knack Stripstrijd met ‘De luiaard’, en ook zijn verhaaltje in bing heeft alles met een couch potato te maken. We zouden daar overhaaste conclusies over zijn persoon aan kunnen koppelen, maar dat zou behoorlijk onsympathiek zijn. Feit is dat ‘Zelfcontrole’ een zeer gewiekste vingeroefening is, waarmee Vercnocke zijn talent om op een heel eenvoudige manier een slim verhaal te brengen in de verf zet.

Ook de vrouwen zijn goed vertegenwoordigd in bing, iets wat de stripverhalenwereld uiteraard kan gebruiken. ‘Viske’ van Silke Van Herrewegen is een stuk boeiender dan het thema ‘goudvissen’ zou doen vermoeden, en Shamisa Debroey wint zonder veel problemen de humorprijs met het geestige ‘Aan mijn dominee’. Nog!

Het beste houdt bing voor het laatst, en dat het volgens sommige vormpuristen niet aan hun definitie van een stripverhaal voldoet, negeren we met veel plezier. In ‘Ik zien A geire’ brengt Frederik Van den Stock een haast ontroerende ode aan zijn stad Antwerpen, met de typische trots die je van een inwoner van die stad mag verwachten. Hij doseert die trots echter goed (minder typisch) en is niet blind voor de kleine kantjes.
Ook niet echt een stripverhaal maar wel mooi en ontroerend: ‘Vader’, van Stefaan Van Hyfte.



Dit is een recensie van een gebruiker.