Berlijn 27 januari 1933. Wanneer Karta rustig in bed een boek zit te lezen wordt er woest op de deur gebonkt. Een oude schoolvriend valt dood in zijn armen als hij open doet. Hij kan nog net de woorden ‚de Hollander… de Hollander zal…’ zeggen. Karta vindt een briefje met twee namen erop in zijn zak. Snel verstopt hij het en belt de politie. Hij vertrouwt de politie niet en verteld niet dat hij de dode kende. Hij wordt opgepakt en verhoord. Wanneer hij weer wordt vrijgelaten is hij vast besloten om er achter te komen wie zijn jeugdvriend heeft vermoord.

In 1933 is Hitler rijkskanselier van Duitsland en de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij heeft zijn tentakels uitgespreid over de politie en de pers. Niemand is te vertrouwen.

Dit is het tweede Jan Karta verhaal. Het eerste deel heet Weimar. De twee delen zijn aparte verhalen.
Deel is vakkundig geschreven door R. Dal Pra’. Het is een spannend verhaal en het geeft een goed sfeerbeeld weer van die tijd. De tekeningen zijn door R. Torti gemaakt. Bij het eerste deel vroeg ik mij al af waarom Torti Karta zo’n androgyne uiterlijk had gegeven. Bij het moment dat Karta een mooie jonge vrouw, die hem probeert te verleiden, in haar ondergoed op straat zet dacht ik: Karta is een homo. Maar later in het verhaal begint hij toch interesse te tonen in een andere mooie vrouw.

De Jan Karta strips kan ik iedereen aanraden.

OK, Anne-Marie,
Je licht een dingetje uit: Jan valt niet (meteen) voor elke vrouw.
Maar het verhaal gaat dan ook mega-veel-verder. Wat een topstory!

Jammer dat we nooit meer hebben gekregen...
Goed verhaal!

Helemaal met jullie eens. Ik was (nog steeds) enorm onder de indruk van deze strip.